maandag 14 december 2015

Pair computing in Scratch met iedere keer een wisselende samenstelling.

Nog iets waar ik blij van werd:  Samenwerken tijdens de programmeerlessen.

Als de leerlingen het lokaal binnenkomen, gaan ze meestal bij hun vriend of vriendin zitten. Dan gaan we in tweetallen aan de slag met analoge activiteiten. Voor het tweede deel van de les start ik mijn  Scratch groepjesmaker. Die zet willekeurig 2 leerlingennamen bij een laptopnummer. Zo kunnen ze een deel van de les met hun vriend/vriendin werken en evengoed kennis maken met hoe anderen het aanpakken met programmeren in Scratch.

De eerste keer heb ik verteld, dat programmeurs vaak in grote teams werken telkens met andere mensen, afhankelijk van het onderdeel wat gedaan moet worden. Programmeren maakt gebruik van heel veel kwaliteiten. Die vind je bij heel veel verschillende personen. Door in wisselende teams te zitten, ontdek je wat iedereen kan en leer je meer nieuwe dingen. Programmeurs moeten goed met iedereen kunnen samen werken, anders komt het project niet optimaal af.

De leerlingen kregen echt oog voor de steeds wisselende samenwerking. Vaak vermeldden ze in hun ontwerp dagboek met wie ze hadden gescratcht en hoe het was verlopen. Eén keer kwam iemand niet voldoende aan bod. Toen heb ik in de volgende lessen een tijdklok ingesteld en de ene helft benoemd tot adviseur en de andere helft tot uitvoerder. Elke 7 minuten moesten ze fysiek van plaats ruilen en de andere functie bekleden. En ook dat vonden ze weer heel grappig. Natuurlijk was die tijdklok binair https://scratch.mit.edu/projects/84639234/

In het laatste half uur ruim ik tijd in om bij elkaar te kijken. Alles wordt in presentatie-mode gezet. De leerlingen lopen dan vrij rond en bekijken elkaars programma’s. Na zo’n 5 minuten gaan ze dan terug naar hun eigen plek. Doordat ze met iedereen wel eens werkten, raakten ze steeds meer geïnteresseerd in dat deel van de les en kregen nieuwe inspiratie om het project af te ronden.

vrijdag 11 december 2015

Ontwerpdagboeken tijdens programmeerlessen

In de afgelopen maanden gaf ik op verzoek van ouders een naschoolse basiscursus programmeren met Scratch. Dit was de eerste keer, dat ik zelf alles mocht mee bepalen. Het werden 12 sessies van anderhalf uur. Zo creëerden we tijd voor unplugged activiteiten, eigen project ontwerp en reflectie.

Tijdens het vertalen van de Creative Guide uit 2014 las ik over het bijhouden van een ontwerp dagboek. Dat sprak me enorm aan. Even twijfelde ik nog: Kan dat wel? Buiten schooltijd zeggen tegen kinderen dat ze aan het eind van de les serieus wat moeten schrijven en tekenen over wat ze hebben gedaan………

Ik trok de stoute schoenen aan en niette voor elk kind 10 A4tjes aan elkaar. Aan het eind van de les stonden op mijn PowerPoint drie vragen en een regel stippeltjes voor de broodnodige eigen inbreng. Ik legde uit dat een goed programmeur bijhoudt wat hij heeft gedaan en wat hij makkelijk en moeilijk vindt, omdat programmeren zo hard werken is, omdat je vaak in een team werkt en omdat je wel eens vergeet hoe je ooit bent begonnen en wat voor ideeën je daarbij had. Dus dat het handig is om iets op te schrijven en/of te tekenen zodat je later nog weet: „O ja dat dacht en deed en voelde ik toen.” Ze gingen serieus aan de slag.

En zo ging het elke les. Een kwartier voor tijd was het ruim 5 minuten helemaal stil en werkte ieder voor zichzelf in het ontwerp dagboek. Daarna werd er zachtjes begonnen met opruimen.
En de volgende les las ik altijd voor uit een paar dagboeken. Na een paar lessen opperde een leerling dat het nog beter werd als ze ook met kleurtjes konden werken. Dan konden ze sommige dingen beter verduidelijken en zou het er mooier uitzien. Dat is toen natuurlijk meteen geregeld.

Nu, een week na de afsluitende tentoonstelling, is het tijd voor mijn eigen bezinning. En ja, ik ben heel blij met de ontwerp dagboeken. Het zijn juweeltjes. Ze geven een prachtige inkijk in wat de leerlingen denken over hun leren, het samenwerken, de aangeboden begrippen en hun voorkeuren voor het lesaanbod (handleiding, een stukje samen, stap voor stap les, alvast een beginnetje). Het was voor mij een prima middel om de cursus telkens aan te passen en zo op maat aan te kunnen bieden. Op deze manier hadden de leerlingen indirect zeggenschap over de cursus.

In de Creative Guide geven de samenstellers geen voorkeur aan voor digitaal of analoog. Mijn ervaring is, dat analoog verwerken focus geeft, veel rust, creativiteit en diversiteit genereert, meer uitnodigt tot het werken in het ontwerp dagboek op andere momenten en het frontaal voorlezen en terugbladeren het belang van reflectie verhoogt. Op de afsluitende tentoonstelling waren de ontwerp dagboeken temidden van alle andere items (filmpjes, projecten, unplugged activiteiten en werkfoto’s) een ware aandachtstrekker en veel aanleiding tot gesprekstof.

Op Youtube staat een fotomontage van wat willekeurig geselecteerde foto's van enkele bladzijdes om een kleine impressie te geven https://youtu.be/0zR325nrzxM